Van Versie naar Functie
maart 14, 2011 Plaats een reactie
Dit artikel gaat over het lot dat software giganten als gevolg van cloud computing te wachten staat…
Elke paar jaar zorgt de IT-sector dat een bepaalde trend gigantisch gehyped wordt. Zozeer zelfs, dat er in geen blad meer over iets anders geschreven wordt en er op IT-conferenties over niets anders meer gesproken. De gehypte trend dringt zelfs tot je moeder van over de zeventig door… Na mobile, web 2.0 en social media is het nu de beurt aan cloud computing. Iedereen is opeens in de wolken, en zelfs de CEO van Microsoft, Steve Ballmer, liet ondanks op een Microsoft conferentie alle aanwezige partners zingen “O Cloud, O Cloud”. Toch denk ik dat het concept van cloud computing software giganten als Microsoft in de komende jaren wel eens behoorlijk aan het wankelen kan brengen.
Zoals meestal bij gehypte IT-topics, bestaat er nog geen eenduidige definitie van cloud computing. Volgens sommigen gaat het vooral over het verdelen van computer resources door deze via het internet in een datacentrum elders aan te roepen wanneer ze nodig zijn, volgens anderen gaat het juist om het leveren van software as a service oplossingen. Voor het punt dat ik wil maken, maakt het niet veel uit welke definitie van cloud computing gehanteerd wordt. Het gaat altijd om vertrouwen. Vertrouwen dat de dienst of functie die je uit de cloud wil aanroepen beschikbaar is. Vertrouwen dat de remote server of daarvandaan geserveerde software goed werkt. Genoeg vertrouwen om de server en/of software niet meer per se in huis te willen halen. Ten aan zien van water, dat – geloof het of niet – nog steeds veel essentiëler in ons leven is dan computers en software – hebben we dat vertrouwen al meer dan honderd jaar. Of heeft u nog uw eigen waterput in de tuin omdat u bang bent dat het water uit de kraan op of niet schoon zal zijn?
Nee, we vertrouwen er volledig op dat het waterleidingbedrijf voldoende voorraad aanlegt, en dat het drinkwater uit de kraan voldoende gezuiverd is. We bekommeren ons er vervolgens maar weinig om waar het waterleidingbedrijf zijn voorraad opslaat, of waar het water vandaan komt. Misschien bestaat het kraanwater thuis wel uit een mengsel van rivierwater, regen- en duinwater. Wellicht zit er zelfs ook nog voor een deel gezuiverd rioolwater bij. Wat kan u het schelen? U wilt drinken, en er is water.
Als consument hebben de meesten van ons ook al jaren vertrouwen in de beschikbaarheid van content op internet. Peer2Peer services als LimeWire, maar ook het veel bekendere filmpjesplatform YouTube zijn voorbeelden van sites waar door dusdanig veel consumenten (soms dezelfde) content gepost wordt, dat je er met een hele hoge zekerheidsfactor op kunt vertrouwen dat je zult vinden wat je zoekt. Rondom het op deze wijze beschikbaar stellen van content ontstaan wel heel andersoortige discussies, bijvoorbeeld rondom vragen als ‘ wie is de rechthebbende van de content en hoe ontvangt die een vergoeding’ , en ‘ wat is het waarheidsgehalte van de content’ . Met name bij een site als Wikipedia, waar iedereen aan de geposte content kan sleutelen, speelt de laatste vraag. Hier ligt echter een duidelijke kans voor uitgeverijen. Zij kunnen content die her en der gepost wordt ‘ branden’ en bijvoorbeeld via hun site verder distribueren. Dan krijg je iets als: “ Wanneer de Winkler Prins dat Wikipedia artikel heeft overgenomen, dan zal het wel waar zijn”.
In de dagen dat open source software de nieuwste IT-hype was, verdiende het bedrijf Red Hat op deze manier miljoenen. Zij bundelden de code van duizenden programmeurs, die daar overigens geen cent voor ontvingen, en leverden rondom die bundeling support. Zo kon men ook vertrouwen op open source code en durfde zelfs de zakelijke wereld het aan om hele computer systemen te laten draaien op Linux software.
In de cloud zullen steeds meer open source applicaties aanwezig zijn, die middels web services gemakkelijk aangeroepen kunnen worden. De gebruiker, die uiteindelijk niets anders wil dan een functie – zoals bijvoorbeeld ‘ tekstverwerken’ – aanroepen en toepassen, ziet echter door de vele druppels de cloud niet (staat u mij deze kleine dichterlijke variatie op het aloude ‘ door de bomen het bos zien’ toe), en weet niet of hij het stukje code dat zomaar ergens in de cloud hangt wel kan vertrouwen. Er ontstaat hierdoor een gigantische opportunity voor ‘ webservice integrators’ . Partijen die de reeds in de cloud beschikbare functies sourcen, beoordelen en testen, en vervolgens gebundeld en ‘ on demand’ uitleveren. Wanneer er meer en meer van dergelijke webservice integrators opstaan, zal de behoefte aan standaard software applicaties zoals we die nu kennen afnemen, zo niet verdwijnen.
Het zinnetje ‘dat komt in de volgende versie’, dat software leveranciers nu tijdens demo’s zo graag bezigen, wordt dan volkomen irrelevant. Versies worden volkomen irrelevant. Net zoals je op LimeWire nu praktisch elke plaat die er ooit uitgebracht is kunt vinden, zal er straks voor zo goed als elke functie een via webservices te benaderen oplossing in de cloud hangen. De webservice-integrators, die op branche gerichte functie-portals zullen gaan ontwikkelen, zullen de plaats van de huidige softwareleveranciers innemen. Het gaat straks om functies, niet meer om versies. Ik ben heel benieuwd of het een gigant als Microsoft lukt om deze omslag te maken. Het worden spannende jaren!